This opinion article was published in July 2011 in NRC-next and Brabants Dagblad, two Dutch newspapers, in response to the debate about culture financial cuts. While victims complained and feared the end of the arts, Maas hoped to encourage them by commenting upon the situation from his (non-subsidised) point of view, which in fact is the situation of many other practising artists.
Dit opiniestuk werd in juli 2011 gepubliceerd in NRC-next en Brabants Dagblad als reactie op de discussie rond de cultuurbezuinigingen. Terwijl gedupeerden zich beklaagden en het einde der
kunsten vreesden hoopte Maas de sector een hart onder de riem te steken door de kwestie vanuit zijn situatie te belichten.
Nu de bezuinigingen op kunstsubsidies nieuws van de dag zijn krijg je haast het idee dat 'de Nederlandse cultuur' alleen maar kan bestaan bij de gratie van subsidie. De gedachte dat kunstenaars gesubsidieerd moèten worden om professioneel kunstenaar te kunnen zijn, wordt vooral in stand gehouden door heersende opvattingen vanuit de kunstwereld zelf.
Naast de gesubsidieerde orde is er echter ook een groep ongesubsidieerde kunstenaars die niet kunnen leven van de kunst maar toch iedere dag met kunst bezig zijn. Ze worden gedreven door passie om te creëren en zien de kunstwereld eerder als een circus waar ze noodgedwongen aan deel moeten nemen zodra ze met hun kunst naar buiten komen. Zij aanschouwen het spel vanaf de zijlijn. Zij hebben hun koers al jaren geleden gewijzigd toen voor hen de subsidiekraan werd dichtgedraaid. Ze hebben zich onafhankelijk ontwikkeld en staande weten te houden, zonder financiële steun van de overheid of andere instanties.
Afgestudeerd aan de kunstacademie in 1990 werd ik al snel geconfronteerd met de plaatselijke overheid die de uitkeringskraan na 2 jaar dicht draaide. De overheid bood steun maar stelde ook zijn eisen, sollicitatieplicht of omscholing. Ik overwoog parttime loondienst toen bleek dat mijn artistieke uitspattingen ook niet aangemoedigd werden met subsidies. Ik werd deeltijd werknemer terwijl kunst mijn niet te stuiten 'hobby' werd. De situatie als kunstenaar leek uitzichtloos; ik voelde me kunstenaar en werkte in mijn atelier zodra de mogelijkheid daar was. Vanaf dat moment belandde ik in een neerwaartse spiraal waarbij ik als kunstenaar nauwelijks mijn hoofd boven water kon houden, met name veroorzaakt door die heersende opvattingen vanuit de scene. Mijn kunstenaarschap werd onderworpen aan normen die afweken van de heersende normen in de kunstwereld. Wat mij vooral verbijsterde is dat gesubsidieerde- en bijstand-kunstenaars aangezien worden voor 'professioneel kunstenaar'. Het huidige subsidiesysteem werkt als aai over de bol: zit je eenmaal in de subsidiemolen, dan heeft je werk 'kwaliteit' en word je als kunstenaar (h)erkend. Een volgende subsidie wordt waarschijnlijker, galeries zijn geinteresseerd(er). Maar wat heeft dit feitelijk met professioneel kunstenaarschap te maken? Je bent kunstenaar ondanks, en niet dankzij het ontvangen van een subsidie.
Al 18 jaar ben ik niet van subsidie afhankelijk als kunstenaar werkzaam. Ik zoek met mijn kunst niet uitsluitend bevestiging binnen de kunstwereld of onder vakgenoten. Ik meng me in het kunstcircus als mij dat uitkomt, ik pik mijn graantje mee en doe mijn ding, los van normen die 'professionelen' aan me stellen, wat geregeld juist tot verwondering en erkenning leidt. Door een financieel perspectief ben ik naast de autonome kunst ook aan een toegepast project begonnen. Daartoe druk ik me ook in andere media uit. Wat ik in het begin als beperking vreesde heeft me gemotiveerd me te ontwikkelen, mijn eigen invulling te vinden en andere mogelijkheden te verkennen.
Ik hoop dat anderen gaan inzien dat het wegvallen van subsidie niet hoeft te beperken, maar juist mogelijkheden kan scheppen. Het bestaansrecht als kunstenaar ligt niet in de hand van een permanent 'gevende overheid' evenmin bij de norm die kunstorganisaties stellen, ook niet bij het aannemen van een slachtofferrol of het hebben van een te groot ego. De nieuwe maatregelen vereisen creativiteit, iets wat je van kunstenaars mag verwachten.